Courgette koken

Courgettes kun je in veel gerechten verwerken, omdat de zachte smaak goed combineert met andere smaken. De groente is ook als hoofdingrediënt erg lekker. Je kunt ze bijvoorbeeld vullen met (vegetarisch) gehakt, in Italiaanse gerechten verwerken of grillen voor op een broodje. Courgette koken wordt meestal minder gedaan dan bakken of wokken, maar het kan zeker. Omdat deze groente zo zacht is gaat het koken snel, dus houd de pan goed in de gaten.

De bereiding

Je hoeft courgettes niet te schillen. Was ze wel goed voordat je ze gaat bereiden. Na het wassen kun je de groente snijden. De stengel aan de bovenkant en een stukje van de onderkant snijd je eraf en gooi je weg. Je kunt zelf de dikte van de stukken bepalen, maar bij courgette koken kun je beter geen dunne plakken gebruiken. Te dunne plakken worden al snel te gaar. Breng water met wat zout aan de kook en doe de stukken in de pan. Kook in 4 tot 5 minuten beetgaar. Je kunt simpel met een vork in de courgette prikken om te controleren of deze gaar is.

Extra bereidingstips

Courgette wordt meestal gebakken. Ook in dit geval hoef je de groente niet te schillen, maar moet je hem wel goed wassen. Snijd de boven- en onderkant eraf. De rest kun je in plakken of blokjes snijden. Verwarm olie of boter in een koekenpan of wok. Doe de stukjes of plakjes in de pan en bak 4 tot 8 minuten op middelhoog vuur, afhankelijk van de grootte van de stukken. Als de courgette zacht is en eventueel lichtbruin, dan is deze klaar om opgediend te worden. Je kunt stukjes courgette ook goed bakken samen met andere groentes en verwerken in bijvoorbeeld pasta of lasagne. Grillen in dunne plakken is ook erg lekker.